speelzaal open Brasschaat
Open Brasschaat 2024
Een leuk tornooi, dat meer aandacht verdient.De open van Brasschaat had dit jaar plaats in ons clublokaal (volgend jaar is het weer in de grote Ruiterhal), met de topborden in de iets kleinere zaal boven en de rest in de grote zaal beneden. De organisatie was zo goed als perfect, een nieuwe grote bar, goed bemand en met democratische prijzen. Zelfs een lichte snack kon verkregen worden, voor wie een klein hongertje had.
Het tornooi werd gedomineerd door de twee Nederlandse FM’s, met Tim Grutter die de kop nam en Joey Grochal die hem steeds op de hielen zat. Georgi Tomov zat tussen beiden in qua rating, maar een nederlaag in ronde zes tegen WGM Xueyi Li, die daarna uit het tornooi stapte, brak zijn kansen, en daarna speelde hij niet meer mee voor de topplaatsen. Een nederlaag tegen Grochal in de laatste ronde deed hem eindigen op 6/9. Grutter leek geen enkel ogenblik in problemen te komen en naast een remise tegen zijn landgenoot in ronde 7, moest hij enkel een remise geven aan Joppe Raats (6,5/9). Hij won met 8/9, een halfje voor Grochal (7,5) en een punt voor Robin Butzen (7), die een zeer goed tornooi speelde.
Van Brasschaat speelden de lokale toppers een goed (maar niet uitzonderlijk tornooi) – meestal slaagden ze er wel in om in de bovenzaal te spelen. Pieter Steen was misschien nog het dichtst bij een goede klassering, maar een spijtige nederlaag in de laatste ronde, in een scherpe stelling, waarin hij de betere kansen had, overzag hij een witte zet die zo goed als op slag won. Kersvers Brasschaat-speler Philip Vanparys speelde ook een goed tornooi; zijn start van 3,5/4 werd “beloond” met een partij tegen Grochal in ronde vijf. In de resterende vier ronden scoorde hij 50% en eindigde met Pieter op 5,5. Met vijf punten eindigden maar liefst 7 Brasschaters (ikzelf, Jan De Weerd, Constantijn Beukema, Jan Demarré, Bas Leyssens, Guy Baete en Paul Jacobs). Sommigen hiervan zullen tevreden zijn over hun tornooi, anderen iets minder, maar 5/9 in dit (voor clubspelers) ideaal bezette tornooi is goed te noemen.
Deze open is (dit jaar in elk geval) namelijk niet bevolkt met veel spelers van 2350, zodat je veel minder een jojo-effect krijgt. Hierdoor – en door het feit dat “slechts” 106 spelers aan de start stonden, zorgt ervoor dat na drie-vier ronden de toevalstreffers er een beetje uit zijn. Daarna kan je goede partijen spelen tegen gelijkwaardige tegenstanders.
Dat wil nog niet zeggen dat alles probleemloos verloopt. Ikzelf gaf – voor het eerst in mijn carrière – een forfait in de laatste ronde, omdat ik gewoon vergeten was dat die laatste ronde om 10u startte in plaats van 14u. Hierbij dan ook mijn excuses aan mijn tegenstander hiervoor, die de verplaatsing voor niets had gedaan en na een half uur de rest van de speelduur moest uitzitten.
Vaak zijn het niet de “smooth wins” die je onthoudt, maar de ups en downs in sommige partijen. Op acht partijen heb je dan al snel een voorbeeld. In de zevende ronde had ik deze stelling (wit aan zet). Ik heb ondertussen al genoeg (on)gelijke lopereindspelen (al dan niet met toren) gespeeld, om te weten dat dit niet zomaar remise is. Om te beginnen heb ik een pluspion (die ik hier niet gebruikt heb, hoewel mijn tegenstander me wel twee mooie kansen gaf), en ten tweede, met meer ruimte valt er altijd iets te proberen. Onlangs ontdekte ik de site chessbites (jawel, een zoveelste online verzameling van partijen), en daar kan je ook op eindspelen selecteren. Wie "Rook & Bishop - Rook & Bishop (opposite colour)" aanklikt, zal zien dat er ongeveer even veel winst/verliespartijen in zitten als remisepartijen.